9
Hester Knibbe
_ _ _
BABYLONISCH
Horen en zien vergaat je steeds vaker
je skyline met torens weerspiegeld in water
stort in bij een windvlaag – witte
zwanen zwarte zwanen. Het rammelt
runen spijkerschrift morse, heiligentekens
je hoeksteen. Wij vreemden maken
gebaren hinten en wijzen, lezen vragend
je wezen omgonsd met gebrabbel. Spreekt
men ons aan wij glimlachen schouderophalend
beleefd. Wat wij hooguit begrijpen is
goede bedoeling verloren geraakt in
een wirwar van wenken. Wat we verstaan is blind
moeten gaan, oren wijd open voor het te
vele niet te vatten dat ons omringt.
_ _ _
© http://www.neerlandistiek.nl/2018/07/runen-spijkerschrift-morse-heiligentekens/
Analyse
Dankjewel, Eric van Loo, om ‘Babylonisch’ – het mooie, nieuwe gedicht van Hester Knibbe – onder mijn aandacht te brengen. Je verwees op Facebook naar neerlandistiek.nl waar het gedicht in primeur verscheen, vergezeld van een bespreking door taaldocent Marc van Oostendorp. Je schreef: “Ik lees ‘Babylonisch’ van Hester Knibbe nogal anders dan Marc van Oostendorp. Hoewel het oude kinderliedje ‘Witte zwanen zwarte zwanen’ over Engeland gaat, moet ik bij de instortende skyline direct aan New York en 9/11 denken. Het gedicht in zijn totaliteit doet apocalyptisch aan, en gaat misschien wel over de ineenstorting van de westelijke beschaving.”
Het gedicht kreeg op neerlandistiek.nl inderdaad een schitterende, ogen-en-oren-openende bespreking van Marc van Oostendorp die en passant mooi onderwijst over het belang van wel en geen leestekens, enjambementen en intuinzinnen (heerlijk neologisme voor garden path sentences) en het sonnet als visueel genre – compleet mét link naar een interessante studie van het sonnet door Gert de Jager uit 1996. Een ontdekkingsreis die je meer dan een uurtje zoet kan houden! Tot straks …
Eric van Loo wijst terloops op het kinderlied “witte zwanen, zwarte zwanen”. Ik voeg er graag aan toe dat dit een lied is over een gesloten niet te bereiken Engeland. De (toegangs)sleutel is immers gebroken en er is geen timmerman te vinden om die te maken. Kinderverdriet om een verloren gegaan Babylon, blijkbaar. Zwarte zwanen zijn ook op andere plaatsen de vreemde eenden in de bijt (sic!) – zie de rivaliteit tussen de witte en zwarte zwaan in Het Zwanenmeer van Tsjajkovski of de hetze rond die zwarte zwaan in Brugge in 2014 – klik maar op de links om je geheugen op te frissen.
Eric van Loo ziet in het gedicht een hint naar 9/11 – ‘je skyline met torens weerspiegeld in water / stort in bij een windvlaag’ – en doet op hetzelfde elan verder: “Het gedicht in zijn totaliteit doet apocalyptisch aan, en gaat misschien wel over de ineenstorting van de westelijke beschaving.” Als dat al zo is lijkt mij dat niet echt in tegenspraak met de interpretatie van Marc van Oostendorp die ‘Babylonisch’ “een gedicht over verwarring” noemt.
Maar de lezing van het gedicht als een apocalyptisch spookbeeld, het einde van de westerse beschaving als gevolg van botsende beschavingen – Samuel P. Huntington achterna als het ware – is niet wat ik in dit gedicht lees.
Het is vooral de eigen skyline die instort in het gedicht van Hester Knibbe, het wereldbeeld van iedere mens afzonderlijk: ‘je skyline met torens’ … En er is echt niet veel nodig om die vandaag omver te kegelen: slechts een ‘windvlaag’.
Poëzie is vaak een Babylonische spraakverwarring van persoonlijke voornaamwoorden. In dit gedicht wordt er gespeeld met ‘je’, ‘wij’/’ons’ en ‘men’. In de eerste strofe gaat het over wat er gebeurt bij elk van ons, bij de dichter en de lezer. Grammaticaal had er ‘ons’ kunnen staan:
Horen en zien vergaan ons steeds vaker
onze skyline …
Er staat tweemaal ‘je’ omdat de dichter de lezer direct deelgenoot wil maken van het gevoel dat dit gedicht oproept: ook jij, lezer, ervaart wat ik ervaar …
In de tweede strofe staat er naast diezelfde ‘je’ ook ‘wij’: ‘wij vreemden maken / gebaren’ waardoor het duidelijk is dat wij allemaal – ondanks dat wij hetzelfde meemaken – vreemden zijn voor elkaar.
In de derde strofe is er ook het onpersoonlijke ‘men’: ‘spreekt / men ons aan wij glimlachen schouderophalend / beleefd’ – geen wonder dat wij die andere niet begrijpen …
Heerlijk ook is het klankspel in dit gedicht betoogt van Oostendorp. Misschien is ‘wirwar van wenken’ wel de mooiste? Hier zie ik een verwijzing in naar de vele do’s-en-don’ts die ons dagelijks bereiken via de media over opvoeding, seksualiteit, voeding … : vandaag mag je vijf glazen alcohol per week drinken, morgen weer geen, alhoewel de week voordien een glaasje rode wijn per dag dan weer goed zou zijn voor je hart …
Voorwaar verwarrende tijden voor elk van ons – prachtig verwoord in ‘Babylonisch’ door Hester Knibbe.
Joost Dancet