Vooraf

Over poëzie en gedichtenanalyse

Willem Kloos – © geheugenvannederland.nl

“Poëzie is de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie,” schreef Willem Kloos. Een bijzonder romantische visie. Op Wikipedia staat een totaal andere, erg rationele benadering: “Poëzie is een vorm van uit versregels opgebouwde literatuur die de esthetische en ritmische eigenschappen van taal zoals metrum en geluidssymboliek benut om betekenissen te genereren ter aanvulling, vervanging of ondermijning van de prozaïsche, ogenschijnlijke betekenis.” We kunnen het Willem Kloos niet vragen, maar toch denk ik dat hij het er helemaal mee eens zou zijn – meesterlijk toch hoe Kloos met allerlei poëtische en muzikale aspecten van de taal zijn allerindividueelste emotie vorm gaf in ‘Avond’. Luister maar hoe mooi dat kan klinken in een interpretatie van dichter en acteur Ramsey Nasr:

Over de bijzondere relatie die ontstaat door een gedicht tussen de dichter en zijn lezer(s) laat ik eerst dichter Leo Vroman aan het woord met een al even bijzonder gedicht.

VOOR WIE DIT LEEST

Gedrukte letters laat ik U hier kijken,
maar met mijn warme mond kan ik niet spreken,
mijn hete hand uit dit papier niet steken;
wat kan ik doen? Ik kan U niet bereiken.

O, als ik troosten kon, dan kon ik wenen.
Kom, leg Uw hand op dit papier; mijn huid;
verzacht het vreemde door de druk verstenen
van het geschreven woord, of spreek het uit.

Menige verzen heb ik al geschreven,
ben menigen een vreemdeling gebleven
en wien ik griefde weet ik niets te geven:
liefde is het enige.

Liefde is het meestal ook geweest
die mij het potlood in de hand bewoog
tot ik mij slapende vooroverboog
over de woorden die Gij wakkerleest.

Ik zou wel onder deze bladzij willen zijn
en door de letters heen van dit gedicht
kijken in uw lezende gezicht
en hunkeren naar het smelten van Uw pijn.

Doe deze woorden niet vergeefs ontwaken,
zij kunnen zich hun naaktheid niet vergeven;
en laat Uw blik hun innigste niet raken
tenzij Gij door de liefde zijt gedreven.

Lees dit dan als een lang verwachte brief,
en wees gerust, en vrees niet de gedachte
dat U door deze woorden werd gekust:
Ik heb je zo lief.

Leo Vroman, Gedichten,vroegere en latere (1949)

Eenmaal het gedicht geschreven en gedrukt is, valt de schrijver inderdaad weg en is er enkel nog de tekst en de lezer. Het enige wat je als lezer kunt doen is het gedicht lezen en herlezen. Of, misschien ook – zou dat andere lezers kunnen helpen? – kun je proberen uit te leggen wat je als lezer in een gedicht leest en waarom. Misschien kan zo wat eerst een onhelder, troebel gedicht leek van een vermeende of zelfverklaarde schielijke oplichter plots ook mooi en betekenisvol worden voor een andere lezer. Of misschien ‘openbaart’ zich aan die lezer een nieuwe interpretatie van datzelfde gedicht.

Lees maar, er staat wat er staat.
naar Martinus Nijhoff

Of de dichter het allemaal precies zo bedoeld heeft zoals ik of een andere lezer denken, is moeilijk te achterhalen, maar doet er eigenlijk niet echt toe. Het is immers niet aan de schrijver maar aan elke lezer afzonderlijk om te oordelen of die allerindividueelste combinatie van woorden mooie en betekenisvolle literatuur is.

Joost Dancet

> Gedichten proeven – inhoudsopgave